PROBIOTICA
VOOR DE VAGINALE GEZONDHEID
BESCHERMING
VOOR ZOWEL DE VROUW ALS HET KIND
Het wordt steeds
duidelijker dat bacteriën ons een gunst kunnen bewijzen. Er wordt vaak gedacht
dat dit enkel geldt voor de bacteriën in onze darm (het darm microbioom), maar
niks is minder waar. Ook op andere plaatsen in het lichaam treffen we bacteriën
aan die een belangrijke functie hebben als natuurlijk afweersysteem. Zeker bij
de vrouw, waar ook het vaginaal microbioom een grote rol speelt in het
voorkomen van bepaalde ongemakken.
HET
VAGINAAL MICROBIOOM
Het vaginaal microbioom
bij vrouwen in hun vruchtbare periode bestaat voornamelijk uit
melkzuurbacteriën (lactobacillus bacteriën). Deze goedaardige stammen
produceren grote hoeveelheden melkzuur (lactaat), om zo een stabiel zuur milieu
te behouden in de vaginale omgeving. Dit zure milieu beschermt namelijk tegen
bacteriën en vormt zo een natuurlijk afweermechanisme tegen vaginale
ontstekingen en irritaties.
LACTOBACILLUS
CRISPATUS
Meestal zijn er slechts
één of een paar dominante soorten lactobacillen aanwezig in de vaginale flora.
De meest dominante en stabiele stam is de lactobacillus crispatus (bij 40% van
de vrouwen). Deze stam wordt dan ook gezien als een merker van een gezond vaginaal
microbioom. De lactobacillus crispatus bacterie heeft namelijk enkele
eigenschappen die hem erg gunstig maakt, zoals het vermogen om meer melkzuur te
produceren in vergelijking met andere stammen. Ook produceert deze bacterie
substanties (bacteriocines) die de groei van andere, mogelijks schadelijke
bacteriën, kan belemmeren. Hierdoor is een vaginaal microbioom met een
dominantie van de lactobacillus crispatus veel stabieler en resistenter tegen
infecties.
AFWEZIGHEID
VAN LACTOBACILLEN
Daar tegenover staat een
microbioom waarbij geen lactobacillen teruggevonden worden in de vaginale
flora. Dit is meestal een heel divers microbioom dat erg onstabiel is. Hierdoor
is het extra vatbaar voor (urineweg)infecties en is er bij dit soort microbiomen
ook een verhoogd risico op bacteriële vaginose (stinkende vaginale
afscheiding).
BLAASONTSTEKINGEN
Één van de meest frequente
aandoeningen waar een gezonde vaginale flora een belangrijke beschermende rol
in speelt zijn urineweginfecties. Tot 90% van de blaasontstekingen bij vrouwen
ontstaat namelijk doordat een schadelijke E. coli bacterie de bovenhand neemt,
meestal als gevolg van een verstoord vaginaal microbioom. Standaard wordt
hierbij een antibioticum voorgeschreven die de infectieuze bacteriën doodt.
Herhaaldelijk gebruik ervan leidt echter vaak tot resistentie, waardoor
terugkerende blaasontstekingen op termijn ook niet meer met antibiotica
verholpen kunnen worden. Daarnaast zullen door antibiotica ook de beschermende
lactobacillen gedood worden, waardoor het vaginaal microbioom uit evenwicht
blijft en er op korte termijn heel vaak een nieuwe blaasontsteking optreedt. De
enige manier om het natuurlijk afweermechanisme op lange termijn te versterken,
en zo nieuwe blaasontstekingen te vermijden, is door het aanreiken van een
probioticum met lactobacillen die de vaginale flora kunnen herstellen. Bij een
blaasontsteking hecht de E. coli bacterie zich met specifieke tentakels aan de
wand van de urinebuis. Ze kan zich zo naar de blaas begeven en daar voor een
ontsteking zorgen. Bepaalde stoffen uit veenbessen (PACs) zijn net als
D-mannose in staat om deze tentakels te blokkeren. Zo kan op een natuurlijke
manier verhinderd worden dat deze bacteriën zich naar de blaas begeven. De
bacteriën worden als het ware weggespoeld met de urine na inname van veenbessen
of D-mannose.
HUMAAN
PAPILOMA VIRUS (HPV)
Dat (goedaardige)
bacteriën een bondgenoot kunnen zijn voor ons afweersysteem is intussen al
duidelijk. Maar eigenlijk geldt dit in beperkte mate ook voor virussen. Vermoed
wordt dat bepaalde virussen het immuunsysteem prikkelen en alert houden,
waardoor het beter kan reageren op gevaarlijke stoffen. De vagina wordt
bijvoorbeeld sterk gekoloniseerd door papilomavirussen (HPV). Er bestaan
namelijk al meer dan 150 stammen van dit virus, waarvan er verschillende
gevonden kunnen worden bij 38% van de vrouwen. De meeste van deze stammen zijn
onschuldig, maar sommige vormen een risicofactor voor baarmoederhalskanker.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de ziekmakende stammen vaker voorkomen bij
vrouwen met een verstoorde vaginale flora, waarin te weinig lactobacillen
aanwezig zijn. Zo worden microbiomen die gedomineerd worden door lactobacillus
crispatus geassocieerd met een betere bescherming tegen HPV infecties.
ZWANGERSCHAP
Ook bij zwangere vrouwen
is er een essentiële rol weggelegd voor het vaginaal microbioom. Vaginale
infecties kunnen namelijk niet zelden zorgen voor complicaties tijdens de
zwangerschap of de bevalling.
RISICO
OP VROEGGEBOORTE
In België worden ongeveer
7% van de babys te vroeg geboren, wat goed is voor zon 8000 babys per jaar.
Vroeggeboorte is hiermee nog steeds de belangrijkste oorzaak van overlijden of
ziektes bij pasgeborenen. Meer dan 60% van de vroeggeboortes treden spontaan
op. Één van de belangrijkste aanleidingen hiertoe zijn infecties, zoals
bijvoorbeeld een ontsteking van de vliezen rond de foetus, als gevolg van een
bacteriële ontsteking die opstijgt uit de vagina van de moeder. Het voorkomen
van infecties in de vagina biedt dus een uitstekend aangrijpingspunt voor de
preventie van vroeggeboorte. De belangrijkste infectie die gekend is om
vroeggeboorte te veroorzaken is een bacteriële vaginose. Momenteel is de enige
vorm van preventie hiervoor het opsporen van vaginale infecties door middel van
een wisser tijdens de zwangerschap en een behandeling met antibiotica om de
ziekmakende bacterie te bestrijden. Het gevolg van deze antibiotica behandeling
is echter dat ook hier weer de gezonde bacteriën worden gedood, waardoor hun
gunstige effecten verdwijnen en het vaginaal microbioom erg onstabiel wordt.
Daarnaast hebben studies aangetoond dat een antibiotica behandeling de
schadelijke bacteriën wel vernietigt, maar dat hierdoor het aantal
vroeggeboortes in de praktijk niet vermindert.
HET
VAGINAAL MICROBIOOM IN DE ZWANGERSCHAP
Van het vaginaal
microbioom bij zwangere vrouwen is geweten dat dit primair gedomineerd wordt
door lactobacillus bacteriën, maar dat naarmate de zwangerschap vordert er
algemeen nog enkele veranderingen optreden in de vaginale flora. Zo wordt het
aantal lactobacillus bacteriën nog groter en de diversiteit aan bacteriële
stammen kleiner. Ook stijgt bij gezonde
zwangere vrouwen de dominantie van de lactobacillus crispatus, wat de
stabiliteit van het vaginaal microbioom verhoogt. Klinische studies hebben
aangetoond dat deze veranderingen in het vaginaal microbioom garant staan voor
een bevalling binnen de juiste aanvaardbare periode (week 37 tem week 40 van de
zwangerschap). In zwangerschappen waarbij de vliezen vroegtijdig breken of
waarbij er een spontane vroeggeboorte optreedt is aangetoond dat de
lactobacillus dominantie opvallend lager is, tot zelf volledig afwezig. Er is
typisch ook een veel lagere aanwezigheid van de lactobacillus crispatus, en dit
reeds heel vroeg in de zwangerschap.
Niet-antibiotica
gebaseerde behandelingen voor blaasontstekingen lijken veelbelovend. Een
combinatie van deze middelen is misschien wel de meest effectieve manier om het aantal terugkerende blaasontstekingen
te verminderen zonder gebruik van antimicrobiële middelen.
DE
ROL VAN PROBIOTICA
Het aanreiken van
probiotica met lactobacillus bacteriën, in het bijzonder de lactobacillus
crispatus, kan dus een wel te overwegen keuze zijn tijdens de zwangerschap om
zo het risico op infecties te verminderen en de vaginale flora zich optimaal te
laten voorbereiden op de bevalling. Belangrijk is dat probiotica vroeg genoeg
in de zwangerschap worden gebruikt. Dit omdat infecties of bacteriële vaginose
vaak een gevolg zijn van verstoringen van de vaginale flora die reeds vroeg in
de zwangerschap optreden. Verschillende studies hebben aangetoond dat oraal in
te nemen probiotica perfect veilig zijn in de zwangerschap en geschikt kunnen
zijn om de vaginale flora mee te ondersteunen.
VOORDELEN
VOOR HET KIND
Een bijkomend voordeel van
een gezond vaginaal microbioom in de zwangerschap is dat het ook gunstige
effecten heeft op de ontwikkeling van het immuunsysteem van het kind. Bij een
vaginale geboorte zullen de huid, darm, mond- en neusholtes van het kind
namelijk meteen verrijkt worden met de bacteriën die in het vaginaal microbioom
aanwezig zijn. De aanwezigheid van vooral de gunstige lactobacillus bacteriën
zijn hierbij essentieel. Bij kinderen die via een keizersnede ter wereld komen,
zullen bij de geboorte meer huid- en omgevingsbacteriën (zoals staphylococcus,
streptococcus,
) geïntroduceerd worden. Onderzoek heeft aangetoond dat deze
kinderen hierdoor later in hun leven een hoger risico hebben op allergieën,
infecties, eczeem of stofwisselingsziektes.